De tien grootste problemen van F1 testtijd door de jaren heen

1. Brawn doet concurrentie versteld staan

Het verhaal van Brawn GP is misschien wel een van de bijzonderste uit de Formule 1-geschiedenis. Ross Brawn neemt het F1-team over van Honda, dat de stekker uit het F1-project heeft getrokken. Doordat dit laat in het jaar gebeurt, staat Brawn GP voor een immense uitdaging. Het team weet op de valreep een deal met te regelen voor de motoren en en zijn de aangewezen personen om de resultaten op de baan neer te zetten.

De verwachtingen zijn zeer laag. Het team kampt met een personeelsgebrek en zit qua budget ook zeker niet ruim, wat goed te merken is aan de vrijwel sponsorloze Brawn BGP 001. De auto komt net op tijd aan in Barcelona voor de testdagen van 2009. De interviews met de coureurs verlopen wat warrig, want Button staat de pers te woord onder een airco, omdat de aangewezen ruimte voor de persconferentie op slot zit en niemand de sleutel kan vinden. Het oogt allemaal dus zeer klunzig, maar op de baan is daar zeker geen sprake van. Barrichello zet zeer rappe rondetijden neer, Button volgt later.

De concurrentie wil nog in zogenaamde ‘glory runs’ geloven, als het ware kwalificatieruns dus. Dat is niet het geval. Het team is op pure snelheid een seconde sneller op de openingsdag. Met de dubbele diffuser maakt Brawn GP de eerste races het verschil en Button kroont zich dat jaar tot kampioen.

Foto door: Rainer W. Schlegelmilch / Motorsport Images

2. legt de lat nog hoger met de MP4/4

De laatste wintertest voor het Formule 1-seizoen 1988 staat volop in het teken van McLaren. Het team komt met de MP4/4 opdraven, een F1-bolide die is aangedreven door een Honda-krachtbron. De auto komt wat aan de late kant aan voor de test, het gevolg van het harde werk achter de schermen. Maar zoals vaker zou blijken dat geduld loont.

heeft met een tijdje de snelste tijd in handen, maar Alain Prost gaat dan nog even 1,4 seconde rapper: 1.28.50. ‘Le Professeur’ weet dat McLaren met de MP4/4 goud in handen heeft, maar wil nog niet te veel prijsgeven aan de concurrentie. Dat lukt echter niet, aangezien teamgenoot Ayrton Senna er nog een schepje bovenop doet en naar 1.27.86 versnelt – twee seconden sneller dan McLarens voornaamste concurrenten. Het is het startsein van een bijzonder seizoen en de concurrentie is terecht bang. De MP4/4 is namelijk goed voor vijftien zeges uit zestien races.

Alain Prost, McLaren MP4/4, voor Ayrton Senna, McLaren MP4/4

Foto door: Sutton Images

3. Prost GP verrast… maar schijn bedriegt

Prost GP is in 2001 naarstig op zoek naar geldschieters en op dat vlak bieden de testdagen in de Formule 1 ook een goede kans. Wie dan immers potentie toont, kan op interesse van sponsors rekenen. is tijdens de testdagen op het Portugese circuit van Estoril de snelste. Op twee van de vier dagen staat hij bovenaan en hij eindigt de testdagen met een indrukwekkende rondetijd. Hij is ruim een seconde sneller dan de concurrentie.

Die tijden komen als een grote schok, aangezien het team van Prost in de jaren daarvoor weinig voor elkaar kreeg. De geruchten volgen al snel dat de AP04 tijdens de testdagen veel te licht de baan is opgestuurd in de hoop de kranten te halen met hun snelle rondetijden en sponsors te werven. Die geruchten blijken te kloppen. Het team weet wel enkele sponsors te strikken, maar die schrikken net zo erg als de concurrentie tijdens de testdagen, want na die test stelt de auto weinig voor en is deze goed voor slechts vier punten. Een jaar later valt het doek voor het F1-team van Alain Prost.

Heinz-Harald Frentzen, Prost Acer AP04

Foto door: Sutton Images

4. probeert het op zes wielen

Het concept van een F1-auto met zes wielen is niet nieuw. Tyrrell heeft al eens een Grand Prix gewonnen met zo’n bolide. Ook March test met dit concept, maar richting de jaren 80 zien steeds meer teams in dat dit een doodlopende weg is. Het komt dan ook als een grote verrassing dat Williams, net na het behalen van de titel op Donington Park, met een F1-auto met zes wielen op de proppen komt.

Alan Jones neemt dan plaats in de opvallende FW07D. Het team gaat uit van het principe dat de grote achterbanden verantwoordelijk waren voor 40 procent van de luchtweerstand. Met zes wielen, denkt Williams, is er weer een contactoppervlak bij en zou die weerstand moeten afnemen. Ondanks een zeer sterke acceleratie en goede mechanische grip, wordt al snel duidelijk dat het concept niet werkt. Williams keert na een test met een aangepaste versie van de auto terug naar de gebruikelijke vier wielen. Dat zou uiteindelijk de titelwinnende FW08 worden.

Alan Jones, Williams FW07D met zes wielen

5. Nieuwe Ferrari maakt amper meters

In 1989 komt Ferrari met een innovatie die de Formule 1 voorgoed zou veranderen: een semi-automatische versnellingsbak. De Ferrari 640 is voorzien van dit systeem, wat het schakelen voor de coureurs een stuk makkelijker zou moeten maken. In de wintertest maakt het team vooral gebruik van de Ferrari 639, prototypes die specifiek gemaakt zijn om de nieuwe versnellingsbak te testen. Het systeem blijkt echter zeer fragiel. Ferrari heeft slechts twee testdagen afgewerkt en deed telkens maar een run van een handjevol ronden.

Omdat toch blijkt dat deze uitvinding van John Barnard zeer efficiënt is in het verplaatsen van het vermogen van de V12-motoren naar de achterbanden, zet Ferrari er haast achter om deze te produceren voor de openingsrace in Rio. Wonder boven wonder levert dat ook meteen een zege op. Nigel Mansell maakt zijn debuut bij de Scuderia en wint direct.

Nigel Mansell, Ferrari 640

Foto door: Ercole Colombo

6. McLaren verrassend snel – door opmerkelijke fout

McLaren gaat de testdagen van 2013 met volle moed tegemoet. De Britse renstal is in de jaren daarvoor telkens een van de titelkandidaten geweest en levert snelle auto’s af. Toch ontbreekt het er altijd net aan en dus moet het team in 2013 een stap naar voren zien te maken. Dat lijkt in eerste instantie ook het geval te zijn. Jenson Button noteert op de eerste testdag een rondetijd van 1.18.861. Nummer twee, , komt in de Red Bull niet verder dan 1.19.709. De concurrentie maakt zich lichte zorgen door het grote gat, maar de dagen daarop kan de McLaren niet meer aan die rondetijden tippen en in het seizoen blijkt de auto ook niet zo snel te zijn als gedacht.

Pas aan het begin van het seizoen wordt duidelijk wat er fout is gegaan bij die testdagen. McLaren heeft een onderdeel op de ophanging ondersteboven gemonteerd. Hierdoor ligt de MP4-28 lager op het asfalt en dat speelt de kenmerken van de auto in de kaart, maar niet op alle circuits werkt dat vanwege hobbels. Het team ontdekt de fout en past het dus aan, waarna de MP4-28 niet meer zo snel is.

Jenson Button, McLaren MP4-28

Foto door: Sutton Images

Na enkele teleurstellende jaren bij Ferrari die niet de gewenste titels opleveren, keert Fernando Alonso in 2015 terug bij McLaren. Het is een bijzonder jaar voor het team uit Woking, want Honda is aangewezen als nieuwe motorleverancier. De Japanners hebben op dat moment al enkele jaren geen ervaring meer in F1 en staan nu dus voor de zware taak om een betrouwbare en snelle V6-hybridemotor te bouwen. Het moet het begin zijn van een succesvolle en mooie samenwerking, maar dat zou niet het geval zijn. Bovendien is er zelfs sprake van een valse start. 

De eerste test in Jerez verloopt stroef en in Barcelona volgt een grotere schok – letterlijk. Alonso crasht dan op mysterieuze wijze in bocht 3, normaliter geen plek voor een crash met een F1-auto. In de lange doordraaier naar rechts schiet de Spanjaard naar rechts en belandt tegen de baanafzetting. De McLaren-coureur blijft in de auto zitten en medisch personeel schiet te hulp om hem uit de auto te helpen. Alonso moet uiteindelijk naar het ziekenhuis. 

Door bandensporen op het circuit begint men te vermoeden dat er geen sprake is geweest van een normale spin. In plaats daarvan begint er speculatie dat hij geëlektrocuteerd zou zijn door het ERS-systeem. Ook zou hij een hersenschudding en geheugenverlies hebben opgelopen, zo speculeren mensen erop los. McLaren doet onderzoek naar de curieuze crash, maar: “Onze bevindingen geven aan dat het ongeluk werd veroorzaakt door de onvoorspelbare vlagerige wind op dat deel van het circuit op dat moment. We kunnen categorisch stellen dat er geen bewijs is dat erop wijst dat Fernando’s auto op wat voor manier dan ook mechanisch defect was”, aldus het team in een verklaring.

Jaren later blijven er nog altijd vraagtekens bestaan over deze crash en de gevolgen. Eén ding is duidelijk: Alonso mist de rest van de testdagen en moet de eerste race overslaan vanwege een hersenschudding. “Het was min of meer een normale hersenschudding”, legt Alonso dan uit. “Er is een periode die ik me niet herinner in het ziekenhuis – van 14.00 uur tot 18.00 uur, zoiets – omdat ik verdoofd werd om met de helikopter te reizen. Daarna was alles normaal. Ik werd niet wakker in 1995, Italiaans pratend, of iets dergelijks. Ik herinner me het ongeluk en ik herinner me alles van de volgende dag.”

Fernando Alonso, McLaren MP4-30 crasht

Foto door: Sutton Images

8. Hybridetijdperk begint matig voor Red Bull

Red Bull-Renault: wie in 2013 naar deze samenwerking gevraagd wordt, zal alleen maar kunnen zeggen dat deze succesvol is verlopen. Sebastian Vettel heeft dan al immers vier wereldtitels op rij veroverd en met het ingaan van het hybridetijdperk hoopt Red Bull die dominantie vast te kunnen houden. Het team heeft in Vettel en de van Toro Rosso overgekomen Daniel Ricciardo een sterke line-up voor 2014, maar de testdagen in Jerez en Bahrein maken duidelijk dat het vooral Renault is dat de zaken nog niet helemaal op orde heeft. 

Het team dat vier jaar lang heeft gedomineerd, ziet de RB10 in Jerez langer in de garage staan dan op de baan rijden. In de vier dagen die er zijn om te testen in Spanje, komt Red Bull tot slechts 21 ronden. Ter vergelijking: Mercedes werkt dan met gemak 309 ronden af, een verschil van bijna 1.300 kilometer. In Bahrein volgen nog eens twee tests en hoewel er dan veel meer kilometers afgewerkt worden door Red Bull, blijft de teller na twaalf testdagen op slechts 1.705 kilometer staan. Mercedes heeft dan 4.972 kilometer gereden. Dat laatste blijkt van groot belang te zijn geweest, maar ook het bewijs van de betrouwbaarheid van de nieuwe V6-hybridemotor van het Duitse merk. Mercedes domineert niet alleen in 2014, maar ook de jaren die daarop volgen. Red Bull besluit na meerdere jaren van teleurstellende resultaten de Renault-motor in te wisselen voor een project met Honda. 

Daniel Ricciardo, Red Bull Racing RB10

Foto door: Daniel Kalisz

9. Williams laat verstek gaan

De testdagen zijn bij uitstek de gelegenheid voor F1-teams om de laatste puntjes op de i te zetten en vooral te controleren of alles naar behoren werkt. Het is voor F1-teams dus cruciaal om zo veel mogelijk testmeters te maken, al helemaal als het team tot de achterhoede behoort en dus elke kilometer kan gebruiken. Des te groter is de verrassing als Williams in 2019 de eerste twee van drie testdagen in Barcelona volledig aan zich voorbij laat gaan. Daardoor sluit het team pas op de derde van acht testdagen eindelijk aan. 

Williams heeft dan al enkele vertragingen opgelopen. Zo vindt de shakedown niet plaats en is de fire-up van de motor – het moment dat de auto en motor voor het eerst tot leven komen – later dan gepland. Claire Williams, plaatsvervangend teambaas bij Williams, spreekt van een ‘beschamende’ situatie. “Dit is een situatie die we niet hadden zien aankomen”, zegt zij. “Dit is geen situatie waarin wij ons ooit hadden willen bevinden. We zijn niet alleen teleurgesteld, maar het is ook beschamend om niet in staat te zijn een auto naar het circuit te brengen terwijl de rest dat wel kon. We kunnen ons alleen maar verontschuldigen.”

Robert Kubica, Williams FW42 met aero sensoren

Foto door: Mark Sutton / Motorsport Images

10. De zero-pod van Mercedes

Het seizoen 2022 markeert de start van een nieuw tijdperk in F1 dankzij technische regels waarin de nadruk weer op het grondeffect komt te liggen. Teams zoeken naar de beste manier om de auto zo laag mogelijk aan de grond te krijgen, maar willen ook naar andere wegen zoeken om de snelste auto neer te zetten. Mercedes doet dat in 2022 door de concurrentie in verbazing achter te laten in hun garages tijdens de wintertest in Bahrein. In Barcelona test het team nog met ‘normale’ sidepods, maar in Bahrein komt het ineens met zeer slanke inlets, en de term ‘zero-pod’ wordt al gauw gebruikt. 

Het F1-team dat van 2014 tot en met 2021 de constructeurstitel wist te veroveren, hoopt met deze uitvinding ook in 2022 de titel te kunnen pakken. Niets blijkt minder waar. De W13 heeft te kampen met flinke ‘porpoising’, en Lewis Hamilton en George Russell moeten het vooral hebben van een strijd om de laagste trede van het podium. Mercedes analyseert de zero-pod grondig en het ziet er op papier niet positief uit, maar de zege van Russell in Brazilië biedt het team hoop dat het concept kan werken. Wanneer dat begin 2023 weer niet het geval blijkt te zijn, besluit Mercedes toch af te stappen van dat idee.

Lewis Hamilton, Mercedes W13

Foto door: Carl Bingham / Motorsport Images

Lees meer:

In dit artikel

Laurens Stade

Formule 1

Wees als eerste op de hoogte en schrijf je in voor e-mail updates met realtime nieuws over deze onderwerpen

Kenteken melden

Plaats een reactie