Nieuwe aerodynamische oorlog in MotoGP tegen back riders

Het afgelopen decennium is aerodynamica veel belangrijker geworden in de MotoGP. Door middel van een hele reeks vleugeltjes en vinnetjes worden de aerodynamische prestaties van de motorfietsen verbeterd, terwijl het ook tot een stabielere wegligging moet leiden. Het meest in het oog springende element is natuurlijk de voorvleugel, die inmiddels in uiteenlopende vormen door alle fabrikanten worden gebruikt. Het is echter slechts een van de delen van de motorfiets die de afgelopen jaren is aangepakt door de fabrikanten.

De achterkant van de motorfietsen was echter lange tijd het ondergeschoven kindje. Pas in 2022 waren er op dit vlak echte ontwikkelingen te zien door de komst van een achtervleugeltje bij Aprilia en de introductie van stekels op de staart van de Ducati. Het hoofddoel van deze ontwikkelingen is het stabiliseren van de motor, vooral in de remzones. Hoewel de MotoGP met de nieuwe regels van 2027 paal en perk stelt aan de ontwikkelingen die op dit gebied doorgevoerd kunnen worden, weerhoudt dat de fabrikanten er niet van om te experimenteren met verschillende oplossingen voor de twee resterende jaren onder het huidige reglement. Tijdens de test in Sepang van vorige week testten diverse merken met opvallende nieuwe oplossingen.

Extra vinnetjes voor Ducati

Ducati voorzag testrijder Michele Pirro in Sepang van een motorfiets met twee grote vinnen aan de achterkant van zijn motorfiets. Op zichzelf niets nieuws voor Ducati, al was de vorm en de hoek waarmee die op de staart gemonteerd waren wel anders dan voorheen. In de bochten kunnen deze vinnen downforce genereren, doordat ze onder een hellingshoek horizontaal boven het asfalt zitten. Onder deze vinnen voegde Ducati ook een lepelvormige oplossing toe aan de motorfiets, die eigenlijk bestaat uit twee vinnetjes die door een opening gescheiden worden.

Honda haalt vleugels juist weg – voor even

Honda sloeg in Sepang juist een compleet andere weg in met de achterkant van de RC213V. Meerdere rijders van het merk testten aldaar met een staart waar geen enkel vleugeltje of vinnetje op gemonteerd was. Voordeel van zo’n kale, taps toelopende staartunit is een verbeterde aerodynamische efficiëntie, al gaat dat natuurlijk wel ten koste van wat downforce. Een geweldig grote verrassing is het echter ook niet dat Honda met deze oplossing op de proppen kwam. Nieuwe technisch directeur Romano Albesiano is een aero-specialist en durfde bij vorige werkgever Aprilia ook innovatieve aerodynamische concepten te introduceren. Dat leidde ook tot een zeer taps toelopende achterkant op de RS-GP.

Honda testte een taps toelopende achterkant voor de RC213V, maar in zet in races is onwaarschijnlijk.

Foto door: Gold and Goose / Motorsport Images

De door Honda geteste oplossing maakte in Sepang in ieder geval de tongen los. “Je kunt je voorstellen dat ik er niet te veel over kan zeggen”, grapte Joan Mir. “Het is niet echt mooi, dat staat vast. Buiten dat kan ik niet veel zeggen.” Teamgenoot Luca Marini was iets loslippiger en verklaarde dat deze achterkant hoogstwaarschijnlijk niet in raceweekenden gebruikt gaat worden. “Deze vorm is anders, maar ik denk niet dat dit de achterkant voor 2025 wordt. Het is slechts een prototype”, verklaarde de Italiaan. “We moeten de data analyseren, maar deze achterkant representeert niet de toekomst.”

In het verleden claimden de rijders vaak dat ze weinig tot niets merkten van de achtervleugeltjes, maar Marini stelt dat de RC213V er wel degelijk door verandert. “Als je de vleugeltjes eraf haalt, voel je een klein verschil onder het remmen. Het lijkt niets, maar deze kleine vleugels aan de achterkant maken een verschil. Dat geldt zeker in het huidige MotoGP-tijdperk, waarbij je absoluut op de limiet zit onder het remmen. Een paar vleugeltjes en meer downforce aan de achterkant helpt dan om de motor beter af te remmen, maar ook qua stabiliteit.”

KTM combineert beide concepten

Het concept waar KTM mee aan de slag ging in Sepang.

Foto door: Gold and Goose / Motorsport Images

Ondanks de grote financiële problemen beloofde KTM dat de ontwikkeling van de RC16 niet vertraagd zou worden en dat bleek ook in Sepang. Aldaar testte de Oostenrijkse fabrikant met een concept dat het beste van beide werelden lijkt te combineren: een zeer geprofileerde achterkant in combinatie met een behoorlijke achtervleugel met twee lagen. Teambaas Aki Ajo wilde geen details prijsgeven over het effect van deze oplossing, die ook in de Buriram-test weer getest wordt. “We probeerden met alle vier de rijders informatie te verzamelen over de belangrijkste onderdelen, wat heel belangrijk is. Met sommige onderdelen gaan we verder in Buriram.”

Kenteken melden